Aristoteles en mariene taxonomie | Lifewatch regional portal

U bent hier

Aristoteles en mariene taxonomie

<< Vorige verhaal     Volgende verhaal >>

Wat Aristoteles deed op het vlak van taxonomie en systematiek, is verbazend herkenbaar voor hedendaagse biologen.  Op zoek naar orde in het dierenrijk geeft hij in Parts of Animals aan welke regels dienen te worden gevolgd bij het classificeren. Zo stelt hij dat:  i) een eenvoudige dichotome verdeling in genē (genera = groepen of taxa) dient te worden vermeden, vanwege te arbitrair; ii) het beter is meerdere kenmerken te raadplegen om die genē te definiëren, iii) dierlijke genē groepen zijn die een naam behoeven (bv. vogels, vissen), terwijl andere clusters (bv. landdieren, waterdieren) anoniem mogen blijven, want gebaseerd op niet-taxonomische kenmerken; iv) dieren die op hoofdkenmerken verschillen in verschillende genē  thuishoren (bv. een vogel heeft veren, een vis heeft schubben), terwijl het perfect mogelijk is dat grote en kleine vormen met analoge kenmerken toch samen clusteren (bv. een vogel met korte en lange vleugels).

Hoewel het zeker niet Aristoteles’ bedoeling was om een allesomvattende classificatie op te stellen, definieerde hij wel verschillende zogenaamde megista genē (belangrijke genera – de huidige hogere taxa). Zo onderscheidt hij anhaima (bloedloze dieren – de ongewervelden) van enhaima (dieren met bloed – de gewervelden). De mariene anhaima omvatten drie megista genē: malakia (zonder uitwendige schelp – (pijl)inktvissen en octopus), malakostraca (met zacht pantser – kreeften, krabben, garnalen, heremietkreeften) en ostrakoderma (met uitwendige schelp – tweekleppigen, slakken, zee-egels, zeesterren, zakpijpen). Daarnaast zijn nog heel wat individuele soorten niet ondergebracht in een grotere groep. Dit is bijvoorbeeld het geval voor zeeanemonen, amfipoden, zeepissebedden, zeekomkommers, kwallen, etc.). De mariene enhaima omvatten dan weer de ichthyes (vissen), kētodē (dolfijnen en walvissen), de ōotoka tetrapoda (eileggende viervoeters - zeeschildpadden) en de zōotoka tetrapoda (levende jongen dragende viervoeters - zeehonden).

Schematisch overzicht van Aristoteles zijn classificatie van de dieren. Alle foto's zijn beschikbaar via WoRMS, onder een CC-By-NC-SA licentie.

De werken van Aristoteles waren de eerste geschreven publicaties over dierkunde en mariene biodiversiteit. Tot halfweg de 16de eeuw zouden de enkelingen die deze thematiek behandelden (bv. Plinius de Oudere) hun mosterd dan ook hoofdzakelijk uit deze bronnen halen. Zijn faunistische kennis vond ook haar weg tot bij de taxonomen uit de 16de- 18de eeuw, zoals Linnaeus en Cuvier. Deze moderne taxonomen lazen zijn oorspronkelijke geschriften in het Grieks, dan wel Latijnse vertalingen. Ook Plinius’ Natural History was een indirecte bron van inspiratie. Veel van die vroege taxonomen kozen voor het Grieks bij het ontwikkelen van een nieuwe wetenschappelijke terminologie in hun vakgebied, en daarbij waren de zoölogische namen en termen in de werken van Aristoteles richtinggevend. Meer nog, veel van de taxonomische namen door Aristoteles geïntroduceerd, zijn vandaag nog in gebruik en te vinden in het Wereldregister van Mariene Soorten, de volledigste lijst namen van mariene soorten wereldwijd. Wil je nog meer weten over deze namen, ontwikkeld door Aristoteles en ook vandaag nog geldig, lees dan zeker ook  ‘Aristoteles en zijn bijdrage tot de naamgeving van dieren' en de daaropvolgende verhalen.

In zijn zoölogische werken vind je meer dan 1400 meldingen van zeediernamen, die na studie, ongeveer 200 verschillende taxa aan sponzen, neteldieren, borstel- en slurfwormen, weekdieren, schaaldieren, stekelhuidigen, zakpijpen, vissen, zeereptielen en zeezoogdieren opleveren.

 

  # taxa door Aristoteles geïdentificeerd # taxa door Linnaeus geïdentificeerd (# aanvaarde soorten tussen haakjes) # soorten in Griekse zeeën # soorten in Middellandse Zee
Porifera 6 53 (10) 215 681
Cnidaria 5 237 (80) 86 757
Polychaeta 1 132 (50) 849 1122
Echiura 1 0 (0) 1 6
Mollusca 36 1832 (596) 812 2113
Crustacea 23 164 (99) 813 2239
Echinodermata 9 127 (31) 91 154
Ascidiacea 3 25 (5) 75 229
Pisces 109 1150 (292) 510 650
Mariene viervoeters* 1 40 (19) 16 28
TOTAL 200 3760 (1182) 3468 7979
Samenvattende tabel van de mariene taxa die uit Aristoteles zijn werken kunnen worden afgeleid (= combinatie van soorten en hogere taxa), de mariene taxa geïdentificeerd door Linnaeus (met indicatie van het op heden aantal aanvaarde soorten tussen haakjes), het aantal mariene (aanvaarde) soorten in Griekse mariene wateren en het aantal mariene (aanvaarde) soorten in de MIddellandse Zee IHO zone volgens Coll et al (2010). Informatie uit Griekse wateren is gebaseerd op de voorlopige en gevalideerde soortenlijst van het Griekse Taxon Informatie Systeem(GTIS) initiatief van de LifeWatchGreece Research Infrastructure (Bailly et al., 2016). *Mariene  viervoeters ("quadrupeds")  zijn hier beperkt tot walvisachtigen, robben en zeereptielen.

 

Sommige zeedieren worden kort vermeld door Aristoteles, van andere beschreef hij bouw en anatomie in detail. Vaak verwijst hij in zijn nog bestaande werken naar de Anatomai (the Anatomies – een apart boek waarvan vermoed wordt dat het tekeningen omvatte). Ook vandaag maken taxonomen nog steeds dit soort tekeningen van nieuw ontdekte taxa om die te beschrijven. Toegang tot deze tekeningen is op heden dankzij de digitalisering overigens heel wat gemakkelijker geworden. Vele musea bieden wetenschappers nu micro-computed tomografie (microCT) scans van dieren aan, ter aanvulling van de standard foto’s van specimens. Deze microCT scans zijn zeer gedetailleerde gestapelde x-straal beelden van specimens die in 3D interactieve modellen met een resolutie tot op micrometer schaal kunnen worden omgezet. Die ‘gedigitaliseerde specimens’ zijn toegankelijk via webbased toepassingen die de gebruiker toelaat de beelden te manipuleren en te bestuderen. Zo kunnen digitale versies van specimen collecties – of “cybertypes” wanneer het origineel type materiaal betreft – gecompileerd worden, wat de toegang tot museumcollecties wereldwijd in belangrijke mate heeft verbeterd. Het Virtueel Museum voor Natuurhistorie (VMNH) is een primeur in het integreren van deze technologie met de praktijk in musea en andere collecties.

Typische voorbeelden van soorten die de aandacht van Aristoteles wegdroegen, betreffen alle bekende en geëxploiteerde dieren van het Middellandse Zeegebied:  i) inktvissen: hij beschrijft en vergelijkt de sēpia (zeekat), polypous (octopus), teuthos en teuthis (pijlinktvis) en onderscheidt zelfs mannetjes van wijfjes; ii) schaaldieren: de macrura reptantia (astakos = Homarus gammarus en karabos = Palinurus elephas) die hij ook op vergelijkende wijze beschrijft; iii) badsponzen (hij beschrijft hun voorkomen en bouw en vermeldt dat er vier soorten in de Middellandse Zee worden geoogst); iv) de gewone zee-egel (waarvan hij de algemene lichaamsbouw en anatomie beschrijft). 

De beginselen van de taxonomie – zoals uitgewerkt door Aristoteles – zijn vandaag nog steeds actueel… En toegegeven, als we de classificatie van Aristoteles vanuit de moderne taxonomie aanschouwen, dan vinden we enkele “fouten”.  Zo groepeerde hij:  i) zakpijpen en zee-egels onder de ostracoderma samen met tweekleppigen en slakken, dit vanwege het harde buitenpantser;  ii) de zeeduivel in de selachia samen met de roggen, waarschijnlijk vanwege de afgeplatte lichaamsvorm, en niettegenstaande hij wist dat zeeduivels eieren leggen en een benig skelet hebben. Maar alles samengenomen en de enorme uitdagingen erkennend waar Aristoteles moet hebben voorgestaan bij het uitvoeren van zijn pionierswerk in de mariene taxonomie meer dan twee millennia geleden, kunnen we enkel maar bewondering tonen voor de man!

 

Bronnen:

 

<< Vorige verhaal     Volgende verhaal >>