Evolutie van de bathymetrie rond Wintam: bathymetrische analyse
Meire, D.; Vos, G.; D'Haese, W.; De Maerschalck, B. (2022). Evolutie van de bathymetrie rond Wintam: bathymetrische analyse. Versie 5.0. WL Rapporten, 19_014_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 38 + 18 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/123
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Dredging Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Morphology > Erosion / sedimentation Hydraulics and sediment > Sediment > Sediment transport In-situ measurements Literature and desktop study
|
Author keywords |
|
Contact detailsProposer: De Vlaamse Waterweg , more
Authors | | Top |
- Meire, D., more
- Vos, G., more
- D'Haese, W.
- De Maerschalck, B., more
|
|
|
Abstract |
In deze studie werd de morfologische situatie nabij de sluis van Wintam bestudeerd. Deze zone wordt gekenmerkt door de toegangsgeul naar de sluis enerzijds en anderzijds de Rupel die uitmondt in de Schelde in deze zone. Op basis van de morfologische evoluties en de bodemvormen werd een inschatting gemaakt van de sedimentbeweging in de beschouwde zone, en de variatie ervan ten gevolge van variaties in de bovenafvoer. In de Zeeschelde kan in het noordelijke gedeelte duidelijk een transport in afwaartse richting worden waargenomen. Aan de zuidelijke zijde vormt zich een wig met duinvorm, die op- en afwaarts beweegt, afhankelijk van de bovenafvoer. Gedurende periodes met een lage bovenafvoer wordt stroomopwaartse migratie van de duin waargenomen, met een snelheid van 10 tot 20 m per maand. Bij periodes van verhoogde afvoer migreert deze duin weer in afwaartse richting. Baggerwerkzaamheden hebben het niveau van de hompel, gelegen juist voor de toegangsgeul van Wintam, verlaagd. De huidige baggerwerkzaamheden lijken voldoende om de hoogte van de hompel constant te houden. Op de Rupel is over de periode 2003 – 2015 een duidelijke uitgroei van een plaat aan de rechteroever waar te nemen. Deze groei lijkt momenteel gestabiliseerd en een aantal duinstructuren lijken hier relatief standvastig voor te komen. Gedurende periodes met hogere bovenafvoer op de Rupel bewegen de duinen in afwaartse richting. |
|